Een grote droom komt uit... of toch niet...
Woensdagmiddag. We hebben een afspraak bij de nieuwe therapeute. Ze is boos. Ze wil absoluut niet. Ze heeft een hekel aan nieuwe mensen en aan dokters. Naar de vaste huisarts gaan doet ze niet graag. Naar de specialist die ze ondertussen goed kent, wil ze nooit. Enkel naar de tandarts gaan doet ze graag. Dat vindt ze geweldig. Ik vind het bizar.
Maar nu… iets gaat er fout. Ze vroeg me of we in de wachtzaal moeten zitten. Ik zei “neen, we gaan meteen de ruimte in” En het was goed voor haar. Het was helemaal oké! Ik begrijp er niets van. Heeft ze dan zo veel moeite met wachtzalen?? Bij de tandarts zitten we altijd in de wachtzaal.
Terwijl ik die bedenkingen maak huppelt ze voorbij en zingt ze “joepie joepie”. Plots komt ze voor me staan en vraagt ze of we al kunnen vertrekken want ze kan niet langer wachten en ze geeft me vlug een kus. Ze danst nog een rondje en zegt “dankuwel mama, jij bent de liefste”
Twintig minuten te vroeg gaan we naar de auto. Ze is niet te houden. Ze zit te zingen en is nog vrolijker dan op haar verjaardag. Ik moet achterhalen wat er gaande is want ik weet heel zeker dat het niet klopt.
We rijden naar de therapeute en meermaals moet ik haar intomen. Het liefst zou ze op de achterbank staan springen. Ik blijf mijn hersenen pijnigen en begrijp maar niet waar haar enthousiasme vandaan komt.
Maar dan, als we uiteindelijk voor de deur staan en ik reeds aangebeld heb en de voetstappen van de therapeute dichterbij hoor komen… dan opeens heb ik het door en zeg ik “Laïs, we gaan niet naar de ruimte. Mama heeft het slecht uitgelegd”.
Haar gezicht vertrekt en de tranen rollen over haar wangen. Toen ik zei ”we gaan meteen de ruimte in” dacht de arme pruts dat we met een raket de ruimte zouden ingaan.
Met een teleurgestelde dochter en een geannuleerde sessie wegens groot verdriet zijn we weer huiswaarts gekeerd.
Gelukkig was er frambozenijs.